Vlaanderen gidsland: één loket voor plastic recyclen maakt het niet altijd gemakkelijker

16-10-2024

In de toekomstige circulaire economie is al het afval grondstof. Mooie woorden, maar in de praktijk wordt gerecycled plastic in Nederland nog te vaak als afval bestempeld, waardoor het niet gebruikt kan worden in de kunststofindustrie. Dat belemmert de transitie naar een groene chemie. Wat kan Nederland leren van Vlaanderen? In deel 1 van deze serie legt Caroline Van der Perre van RAFF Plastics uit hoe het werkt bij de zuiderburen.

In Nederland verdwalen recyclingbedrijven vaak in een woud van bureaucratie en regels om een zogeheten ‘einde-afvalstatus’ aan te vragen. Die hebben ze nodig om recyclaat als grondstof te mogen verkopen. Ze moeten zelf kunnen aantonen dat hun afval verwerkt kan worden in veilige producten. Maar zelfs als ze zo’n status krijgen, heeft dat nog geen juridische basis en biedt die geen zekerheid.

Anders maar niet makkelijker

In Vlaanderen heet zoiets een ‘grondstofverklaring’. “Het is in Vlaanderen anders, maar het is zeker niet gemakkelijker om hier een grondstofverklaring aan te vragen”, zegt Caroline Van der Perre, directeur en mede-eigenaar van het snel groeiende Vlaamse recyclingbedrijf RAFF Plastics en bestuurslid van Denuo, de Belgische federatie van de afval- en recyclagesector. Het is volgens haar echt niet zo dat je met een paar klikken op een website een verklaring kunt aanvragen.

Vlaanderen is strenger

RAFF Plastics verwerkt plastic afval tot korrels waarmee klanten wasmanden, emmers of bloempotten maken. Ook zamelt het maskers, zakken en slangen in bij ziekenhuizen, waar na verwerking nieuwe wandbekleding voor ziekenhuizen van gemaakt wordt. Het bedrijf vroeg zijn eerste grondstofverklaring pas aan na een milieucontrole. Daarbij bleek dat het maalgoed dat het bedrijf transporteerde, kleine schilfers plastic, onder een verkeerde code was vervoerd en eigenlijk onder afval viel. RAFF Plastics kreeg een proces-verbaal en moest een grondstoffenverklaring aanvragen bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij (OVAM). Dat is het centrale loket in Vlaanderen voor duurzaam afval- en materialenbeheer. Daar liep ze vast. “Alles begint bij de vraag: wat is afval? Dat moet op Europees niveau duidelijker gedefinieerd worden”, zegt Van der Perre. “Nu telt bij die beoordeling de wetgeving van het strengste land. Vlaanderen is strenger dan Nederland. Daarom is het hier niet gemakkelijker.”

Nederlandse status telt niet in België

Haar bedrijf koopt plastic afval van koelkasten van het Nederlandse recyclingbedrijf Coolrec, onderdeel van Renewi. Dat heeft hiervoor een einde-afvalstatus gekregen. “Wij maken daar via mechanische recycling korrels van, maken het schoner, voegen niets toe, maar we kunnen dit maalgoed niet automatisch gebruiken als grondstof. Het is namelijk niet zo dat de einde-afvalstatus uit Nederland ook telt in België,” zegt Van der Perre. Voor de polystyreen korrels van Coolrec heeft RAFF Plastics uiteindelijk een grondstofverklaring gekregen. Daarvoor moest het nieuwe testen laten doen. Nu kan van deze korrels nieuw plastic gemaakt worden, maar het mag niet gebruikt worden voor de verpakking van voeding.

Zoektocht en leerproces

Inmiddels heeft het bedrijf acht stromen met een grondstofverklaring, waarvan het de stalen steeds bij hetzelfde bureau laat testen. “Uiteindelijk hebben we daar twee jaar over gedaan. Dit was voor ons echt een zoektocht en voor OVAM een leerproces”, zegt ze. “In het begin verliep onze samenwerking moeizaam omdat OVAM nog niet veel ervaring had met grondstofverklaringen voor plastics en wij ook niet goed wisten hoe we dit moesten aanpakken. Tijdens een bedrijfsbezoek van de OVAM aan RAFF Plastics hebben we hen onze productie, afvalstromen en laboratoria kunnen tonen. Dit heeft onze samenwerking versterkt.”

Campagne voor recycling

In België krijgt recyclaat de status van grondstof als het meteen inzetbaar is voor het maken van eindproducten. Behalve grondstofverklaringen heeft RAFF Plastics een afvalvergunning. Zonder zo’n vergunning kan een recyclingbedrijf geen afval in ontvangst nemen om te verwerken tot recyclaat. Daarnaast meet het alle partijen afval die binnenkomen zelf op vervuiling. Het bedrijf doet nu mee met de OVAM-campagne ‘Vlaanderen Recyclagehub’, om de hoogwaardige recyclingsector in de schijnwerpers te zetten. Daarin deelt RAFF Plastics zijn expertise met de markt en met collega-bedrijven.

Uniforme regels

Van der Perre steunt de oproep van GCNE. Haar bedrijf stuit nu nog vaak op verschil in regels bij transport over de grenzen. Zo mag er in België 6 procent vervuiling in recyclaat zitten en in Nederland slechts 2 procent. “Zo zijn er nog 101 andere voorbeelden. Iedere lidstaat heeft zijn eigen regels. Probeer dan maar eens het juiste te doen als recyclingbedrijf. Daarom begint het bij uniforme regels”, stelt ze. “Als een Nederlands bedrijf een einde-afvalstatus krijgt voor zijn maalgoed, dan moeten we dat toch ook in België kunnen gebruiken? Toch is dat nu niet zo.”

Faillissementen

Ook RAFF Plastics heeft momenteel te maken met concurrentie van met goedkope olie gemaakt nieuw plastic uit China en de VS. Met die lage prijs kan gerecycled plastic niet concurreren. In Nederland zijn hierdoor diverse bedrijven failliet gegaan, met Umincorp als bekendste voorbeeld. “Dat is bij mij hard binnengekomen. Vroeger gingen de cowboys failliet, maar nu gaan ook bedrijven als Umincorp failliet”, zegt ze. Nederland wil in 2027 een bijmengverplichting van gerecycled plastic invoeren, België pas in 2030. “We hebben het zwaar te verduren. We trappen allemaal op de rem, gaan niet meer investeren en proberen te overleven tot 2030”, zegt Van der Perre. “Daardoor blijft er veel te veel afval op de markt. Zonder hulp verliezen we in Europa de voorsprong die we hadden. Bedrijven als het onze krijgen EU-subsidies om te investeren. Als je een circulair continent wil zijn, waarom laat je dat dan allemaal kapot gaan door goedkoop nieuw plastic te laten binnenkomen in Europa.”

Recyclaat uit Azië controleren

Behalve goedkoop nieuw plastic importeert de EU ook goedkoop recyclaat uit Azië. Daar is nauwelijks controle op. Van der Perre: “De grondstoffenverklaringen maken onze sector professioneel. Daarom vind ik die belangrijk, ook voor de volksgezondheid. Maar de EU moet het recyclaat uit Azië dan ook even streng controleren als wij gecontroleerd worden. Dat is nu niet zo. Daarom wordt het steeds moeilijker om plastic te recyclen. Dat is jammer, want het alternatief is verbranden.”

Over deze serie

Het Nederlandse platform Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) streeft naar een circulaire chemie met innovatieve technologieën, zonder fossiele brand- en grondstoffen en zonder CO2-uitstoot in 2050. Daarin speelt recycling van plastic een belangrijke rol. Te vaak wordt recyclaat echter als afval bestempeld. Omdat het vaak een beetje vervuild is, mag het ook niet voor voedseltoepassingen gebruikt worden. In Nederland moeten recyclingbedrijven zich bij een of meerdere van de 28 omgevingsdiensten melden om een ‘einde-afvalstatus’ te krijgen. Daarnaast voert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controles uit. In Vlaanderen is er slechts één loket, de OVAM, dat een ‘grondstofverklaring’ afgeeft.

Volgens GCNE is een paradigmashift nodig: ga ervan uit dat alles een grondstof is, tot op grond van een beslisboom in het kader van de zelfbeoordeling blijkt dat het toch als afvalstof beschouwd moet worden. Voor die zelfbeoordeling zou er een uniforme aanpak voor de hele EU moeten komen, gebaseerd op internationale ISO-standaarden. In elk land zou er dan één loket voor grondstofverklaringen moeten komen.

Dit is het eerste artikel over dit thema in een serie van drie artikelen. 

Artikel 2 over de aanpak van Renewi is hier te lezen.

Artikel 3 over de rol van OVAM is hier te lezen.

De verdere aanpak zal ook aan bod komen bij het netwerkevent Transition to Circularity dat GCNE samen organiseert met Circular Plastics NL en Biobased Circular; voor meer informatie over dit event op 7 november: klik hier,

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Change Inc, redacteur André Oerlemans.