Vlaanderen gidsland: Renewi ziet dat België zijn nek durft uit te steken voor plastic recycling
22-10-2024
In de toekomstige circulaire economie is al het afval grondstof. Mooie woorden, maar in de praktijk wordt gerecycled plastic in Nederland nog te vaak als afval bestempeld, waardoor het niet of beperkt toegepast kan worden in de kunststofindustrie. Dat belemmert de transitie naar een groene chemie. Wat kan Nederland leren van Vlaanderen? In deel 2 van deze serie vergelijken Peter Vingerhoeds en Patrick Deprez van Renewi de situatie hier en bij de zuiderburen.
Om recyclaat te mogen verkopen als een product hebben bedrijven in Nederland een ‘einde afvalstatus’ nodig en in Vlaanderen een ‘grondstofverklaring’. Ze moeten via een zelfbeoordeling kunnen aantonen dat hun afval veilig verwerkt kan worden in producten. In Nederland verdwalen recyclingbedrijven vaak in een woud van bureaucratie om zo’n status te krijgen. De regionale omgevingsdiensten en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) doen er lang over om de aanvraag te beoordelen.
Nek uit steken
In Vlaanderen is er één loket voor een grondstofverklaring: de OVAM. “De OVAM steekt zijn nek uit en neemt een beslissing. Dat is een ja of een nee. In Nederland traineren de autoriteiten in een aantal gevallen de beslissing of laten die in het ongewisse”, zegt Patrick Deprez, product sales directeur bij Renewi. Dat is volgens zijn collega Peter Vingerhoeds, industrieel afvalspecialist bij Renewi, het grootste verschil tussen Nederland en Vlaanderen. “Een voorbeeld: toen we de ILT twee jaar geleden om een einde-afvalstatus vroegen, zeiden ze: daar gaan wij niet over. Toen we het materiaal vervolgens gingen transporteren naar België, vroeg de OVAM aan de ILT of dit afval was en zijn ze wel in het geweer gekomen”, zegt hij.
In Playmobil
Renewi is als internationale afvalverwerker en recyclingspecialist zowel in Nederland en België actief. In België verkoopt het bedrijf nauwelijks materialen onder het regime van een einde-afvalstatus. In Nederland wel. Daar levert het via twee locaties recyclaat voor nieuw plastic. Coolrec in Waalwijk, waar plastic uit koelkasten van verwerkingsinstallaties in Dordrecht en Luik wordt opgewerkt, en Renewi Acht bij Eindhoven, waar in maart een sorteerinstallatie voor harde kunststoffen werd geopend. Dat recyclaat wordt gebruikt in allerlei nieuw plastic. Van bloempotjes tot Playmobil speelgoed.
Voor een aantal producten uit de lijn in Waalwijk heeft het bedrijf een einde-afvalstatus gekregen, goedgekeurd door de lokale omgevingsdienst en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Daardoor mag het recyclaat ingezet worden in productieprocessen, zonder dat deze een ‘afvalvergunning’ nodig hebben. Zowel in Nederland als in het buitenland.
Zelf bepalen wat afval is
Ook voor de plastics uit de sorteerinstallatie in Acht heeft Renewi, ondersteund door Royal Haskoning DHV, een onderzoek uitgevoerd om aan te tonen dat het geen afval meer is. Dit onderzoek is voorgelegd aan de betrokken overheden, die nog een formeel standpunt moeten formuleren. Intussen verkoopt Renewi al wel haar plastic als grondstof. De wetgeving zegt namelijk dat de houder van het materiaal beslist of iets afval is of niet. “Je mag dus handelen in recyclaat totdat iemand anders zegt dat het niet zo is”, zegt Vingerhoeds. In de praktijk hebben veel klanten liever meer zekerheid over de status van het materiaal. “De consequenties van fouten kunnen namelijk heel groot en negatief zijn”, zegt hij.
Hard maken
Ook Deprez vindt dergelijk uitsluitsel over de status zeer belangrijk. “We willen wegblijven van iets lichtvaardig declassificeren en zeggen dat iets nooit afval wordt of afval is. Als iets afval is, ontstaat er een zorgplicht. Dan is de ketenverantwoordelijkheid in Nederland en Vlaanderen redelijk goed beschreven”, zegt hij.
Bedrijven die recyclaat verkopen moeten juridisch sterk in hun schoenen staan om een einde-afvalstatus ook echt hard te maken. Anders kunnen ze aansprakelijk gesteld worden door klanten, lees de producenten van nieuwe plastic-producten.
Vlaanderen gidsland
Renewi levert ook plastic afval van koelkasten aan het Belgische RAFF Plastics. Dan is het nog geen recyclaat met een einde-afvalstatus, maar nog steeds afval. Daardoor hoeft Renewi in Vlaanderen geen grondstofverklaring aan te vragen. Dat moet RAFF Plastics zelf doen bij de OVAM. Renewi ziet dat die zich redelijk soepel opstelt voor bedrijven, zeker als heel duidelijk is waar het plastic vandaan komt en waarvoor het bedoeld is. Dat is bijvoorbeeld het geval als een bedrijf bloempotjes maakt uit recyclaat. “In dat opzicht is Vlaanderen wel degelijk een gidsland, omdat een dergelijke toepassing op een relatief eenvoudige manier bij de OVAM neergelegd kan worden. Daar geeft de OVAM dan vrij snel een uitspraak over”, zegt Deprez.
Duidelijke handleiding
Omgekeerd is de OVAM volgens hem juist streng als er gevraagd wordt om het recyclaat vrij te kunnen toepassen, bijvoorbeeld in de voedsel- of speelgoedindustrie. De OVAM heeft voor bedrijven een duidelijke handleiding geschreven, waarmee bedrijven zelf kunnen beoordelen of iets een einde-afvalstatus kan krijgen. “Dat is op een accurate manier beschreven in een soort best-practice-handleiding”, zegt Deprez. Ook Nederland kent zo’n handleiding. “Alleen de interpretatie daarvan verschilt per omgevingsdienst. Ze werken aan een meer samengebalde werkwijze, maar dat valt tot nu toe niet mee”, zegt Vingerhoeds.
Nationale grondstofverklaring
Deprez en Vingerhoeds ondersteunen de één-loket oproep. “Dat is inderdaad een urgent knelpunt. De decentralisatie naar de omgevingsdiensten is een pijnlijke vergissing geweest. Die bevoegdheid kan veel beter op nationaal niveau liggen. Extra zou daarbij geregeld kunnen worden dat zo’n nationale grondstofverklaring vervolgens snel en adequaat kan worden voorgelegd aan de EU of individuele lidstaten, die ze dan accepteren of afwijzen, zodat de recycler weet waar hij aan toe is”, stellen ze.
EU-verordening nodig
De EU hanteert nu al min of meer uniforme criteria voor de einde-afvalstatus via de Kaderrichtlijn afvalstoffen. Die zijn volgens de twee duidelijk. “Een uitwerking daarvan op Europees niveau, zoals in de Vlaamse of Nederlandse handleiding, zou welkom zijn. En beter zou inderdaad een EU-verordening zijn, zoals die ook bestaat voor glas en metaal. Voor plastics wordt daaraan gewerkt, maar dat mag voorrang krijgen”, zeggen ze.
Dat alles in principe een grondstof moet zijn, tenzij het toch afval is, klinkt volgens de twee logisch. Maar in de praktijk gaat het nog wel eens mis en wordt afval op een onverantwoorde manier toegepast. “De borging via erkende kanalen en vergunde installaties biedt dus meer rechtszekerheid voor zowel de ontdoener als de ontvangende partijen”, stellen ze.
Over deze serie
Het Nederlandse platform Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) streeft naar een circulaire chemie met innovatieve technologieën, zonder fossiele brand- en grondstoffen en zonder CO2-uitstoot in 2050. Daarin speelt recycling van plastic een belangrijke rol. Te vaak wordt recyclaat echter als afval bestempeld. In Nederland moeten recyclingbedrijven zich bij een of meerdere van de 28 omgevingsdiensten melden om een ‘einde afvalstatus’ te krijgen. Daarnaast voert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controles uit. In Vlaanderen is er slechts één loket, de OVAM, dat een ‘grondstofverklaring’ afgeeft.
Volgens GCNE is een paradigmashift nodig: ga ervanuit dat alles een grondstof is, tot op grond van een beslisboom in het kader van de zelfbeoordeling blijkt dat het toch als afvalstof beschouwd moet worden. Voor die zelfbeoordeling zou er een uniforme aanpak voor de hele EU moeten komen, gebaseerd op internationale ISO-standaarden. In elk land zou er dan één loket voor grondstofverklaringen moeten komen.
Deze reeks wordt gepubliceerd bij Change Inc, redacteur is André Oerlemans.
Het eerste artikel over de aanpak van RAFF Plastics is te lezen via deze link
Het derde artikel over de rol van OVAM is te lezen via deze link.