‘De groene chemie zorgt voor een aanzienlijke CO2-besparing in de keten’

23-06-2022

De noodzaak om de klimaatdoelen na te streven, wordt binnen de chemiesector breed gedragen. De vraag is alleen: hoe doe je dat?, stelt topambtenaar David Pappie van het ministerie van EZK.

Met de klimaatdoelen voor 2050 in het vooruitzicht moet ook de chemiesector verduurzamen. De vraag is volgens David Pappie, directeur Topsectoren en Industriebeleid bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, alleen hóe.

Naar 2050 toe moet de Nederlandse chemiesector de uitstoot van broeikasgassen met 80 tot 95 procent reduceren om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. In hoeverre leeft de urgentie om te verduurzamen binnen de sector?

“Ik zat destijds aan tafel bij de Klimaatonderhandelingen vanuit het ministerie van Economische Zaken én Klimaat. De noodzaak om de klimaatdoelen na te streven en om de opwarming van de aarde een halt toe te roepen wordt binnen de chemiesector breed gedragen. De vraag is alleen: hoe doe je dat? Tegelijkertijd beseft men ook dat hoe langer je wacht, des te kostbaarder het wordt. De transitie wordt bovendien ook beschouwd als een kans. De kennis en kunde die we in Nederland opdoen bij de verduurzaming is ook weer internationaal door bedrijven te vermarkten. 

Vandaar ook de naam voor de coalitie van ‘partners in crime’ Groene Chemie, Nieuwe Economie. Naast economische kansen is echter ook sprake van belemmeringen volgens voorzitter Arnold Stokking, zoals de huidige regelgeving die niet up to date is. Hoe komt dat?

“Er worden in de politieke arena wel discussies over gevoerd: wat zijn de dingen die meest kansrijk zijn? Daarover ontstaan wel de nodige fricties. Wat zijn bijvoorbeeld de randvoorwaarden? Je kunt tegen een bedrijf namelijk wel zeggen dat ze moeten verduurzamen en dat ze groene energie moeten gebruiken, maar hoe zit het met de benodigde infrastructuur? Hetzelfde geldt voor de regelgeving ten opzichte van biobased materialen en de recycling van grondstoffen, waarbij de regelgeving en de financieringsmechanismen van de overheid knellen.”

Waar zitten die knelpunten?

“Nou, niet om het Klimaatakkoord van Parijs de schuld te geven, maar er zijn destijds afspraken gemaakt met landen ten aanzien van het omlaag krijgen van de uitstoot van CO2 uit de schoorsteen. Dit geldt zowel voor bedrijven als huishoudens: CO2 komt daar letterlijk uit de schoorsteen. Terwijl het bij biobased materialen en circulaire oplossingen veel meer gaat om CO2-besparing in de hele keten.  Waar we veel minder naar kijken is dus het keteneffect bij biobased en circulair gebruik van grondstoffen.”

Welke gevolgen heeft dit?

“We zijn er allemaal van overtuigd dat je plastic zou kunnen recyclen. Niet alleen mechanisch maar ook chemisch. Door plastic terug de krakers in te brengen. Zodat het weer als grondstof kan dienen, in plaats van het te verbranden, of, nog erger, het in de plastic soup terecht te laten komen. Wat daarbij het probleem is? Er is voor bedrijven vaak geen incentive om te recyclen. Terwijl er bij het verbranden van afval sprake is van veel CO2-uitstoot. Maar je wilt ook koolstof in de keten houden. Er zijn echter geen prikkels om dit te doen, althans niet op de juiste plek.”

Hoe zou je wel voor die prikkels kunnen zorgen?

Ten eerste door de industrie te belonen voor het vervaardigen van zulke gerecyclede grondstoffen. Ten tweede door er plek voor in te bouwen binnen de keten. Nu is het zo dat bedrijven als Coca Cola, Nestlé en Unilever, wel ambities hebben ten aanzien van het gebruik van recycled of plantaardige plastic, zoals PEF, waarmee Avantium grote stappen heeft gezet voor het vervaardigen van afbreekbare flesjes. Maar aan de inzameling en logistiek om zuivere plastic grondstofstromen in grote volumes bij de chemische krakers te krijgen ontbreekt het nog aan adequate wetgeving. De materialen vallen bijvoorbeeld onder de categorie ‘afval’. Er zitten allerlei regels in de weg om die reststromen veilig tot grondstof te verwerken.”

Wat zou er aan die regelgeving moeten veranderen?

“Ons huidige instrumentarium is in zijn geheel erg gefocust op het ombouwen van het bestaande. Daarvoor zijn ook subsidies te krijgen. Maar als je echt iets nieuws wilt beginnen, om te verduurzamen, zijn er te weinig mogelijkheden om dat te stimuleren. Terwijl er allerlei mooie kansen zijn, met biobased materialen bijvoorbeeld, zoals bioplastics uit suikerbieten. Onze financierings- en stimuleringsprogramma’s laten dit vaak nog niet toe, omdat deze sterk op energie zijn gericht en minder op chemie.

Ik hoop vurig dat hier in de komende vier jaar onder het nieuwe kabinet beweging in komt. In termen van de normering  en juridische regelingen om het aandeel bioplastics te verhogen, belastingen en aftrekmogelijkheden, evenals incentives en subsidieregelingen tot en met wijzigingen ten aanzien van het Afvalfonds. Laatste gaat over het inzamelen van plastic. Dat zit hem vooralsnog met name in verpakkingsmaterialen, maar zou heel goed breder getrokken kunnen worden. Naar bijvoorbeeld kunststofvezels in textiel en piepschuim.”

Het klinkt alsof het allemaal kommer en kwel is. Er zijn echter ook allerlei hoopvolle ontwikkelingen. Zo gaat het de goede kant op ten aanzien van het instrumentarium zowel op Europees als nationaal niveau. Zoals de instelling van het Nationaal Groeifonds, waar ook Groene Chemie, Nieuwe Economie aanvragen heeft lopen. En ook in Brussel gebeurt en van alles.”

Welke rol spelen regio’s en provincies bij deze ontwikkelingen?

“Alles wat wij op nationaal niveau bedenken, slaat neer in de regio’s. Dat vertaalt zich in een clusteraanpak, zoals het Groningse cluster in de Eemshaven, de regio Zuidwest en Zuid-Nederland via  ENZuid. Echter ook op het gebied van financiering spelen de regio’s een belangrijke rol, niet alleen in de ROM’s maar ook in de financiële ondersteuning van start-ups en scale-ups. Daar moeten we ook zeker het belang van Invest.nl niet bij vergeten.”

Welke kansen biedt de verduurzaming van de chemiesector voor Nederland?

“Nederland heeft een goede uitgangspositie als het gaat om de chemische recycling van afval. Er zijn een aantal grote krakers in Nederland, er is een goede infrastructuur en een link met grote havens. Afvalverwerking tot grondstoffen zou dan ook grootschaliger kunnen worden getrokken naar afval uit Europa. Daartoe zijn ook al uitstekende netwerken aanwezig uit de fossiele tijd. Het enige verschil is dat het gaat om andere stromen. Zoals waterstof, CO2 of stromen uit biogrondstoffen.”

Daarnaast biedt ook de productie van biobased materialen mooie kansen. Er is al sprake van een link tussen de agri- en de chemiesector. Goede voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld Corbion en Avantium, bedrijven die vooroplopen met de productie van polymeren en PEF. 

Ook in de toekomst zullen we echter koolstof nodig hebben. Alleen halen we die nu nog uit kolen en olie, straks uit CO2 en biogrondstoffen.”

Wat hebben ondernemers nodig? En wat kun je daar als overheid voor betekenen?

“Wij willen de randvoorwaarden creëren voor ondernemers. Ondernemers zijn er om te ondernemen. Daar willen wij ze bij faciliteren door te zorgen voor een adequaat instrumentarium. Innovatie speelt daarbij een belangrijke rol. Ik verwacht in dat opzicht ook veel van de nabije toekomst. Daarvoor moeten we wel de kennis en kunde opschalen. Er zal dan ook geïnvesteerd moeten worden in pilots en proeffabrieken, waar allerlei dingen kunnen worden uitgetest om ze verder op te kunnen schalen en naar de markt te brengen. Ik hoop voor de komende vier jaar op nieuwe middelen om dit mogelijk te maken.”

Dit artikel is eerder verschenen op Innovations Origins en geschreven door Erzsó Alföldy