Deelnemers GCNE en route bij Amsterdam Chemistry Network
01-07-2025
We kijken met plezier terug op een geslaagde bijeenkomst van de deelnemers GCNE op juli bij Amsterdam Chemistry Network op locatie bij Argent Energy. Met in de ochtend de investerings moonshotsessie met Transition Finance Network, een drukke netwerklunch en in de middag een mooi inhoudelijk programma met presentaties van Amsterdam Chemistry Network, GCNE, Platform Renewable Fuels, Lux Research en havenbedrijf Amsterdam. Het event werd afgesloten met boeiende plant visits bij Argent en ChainCraft.
Het was mooi hoe de vertegenwoordigers uit de sectoren hernieuwbare brandstoffen en groene chemie bijeen op de locatie van Argent Energy in Amsterdam voor een uniek evenement, georganiseerd door Platform Renewable Fuels (PHB), Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) en Amsterdam Chemistry Network (ACN). De dag bracht marktleiders, onderzoeksinstellingen, beleidsmakers en innovators samen met als doel te onderzoeken hoe kortetermijninvesteringen in hernieuwbare brandstoffen kunnen helpen de basis te leggen voor een duurzame chemische industrie op de lange termijn. Het evenement combineerde keynote-presentaties, discussies en locatiebezoeken om innovatieve productielocaties te demonstreren en hoe gedeelde infrastructuur, beleidsondersteuning en een focus op synergieën beide sectoren kunnen versterken. De centrale boodschap was duidelijk: de uitdagingen waarmee elke branche wordt geconfronteerd, worden vaak weerspiegeld in de andere, en wat in het ene domein als een beperking wordt beschouwd, kan in het andere een kans zijn.
Context en gedeelde uitdagingen van de hernieuwbare brandstofsector en de groene chemiesector
De urgentie om de industriële en energiesystemen van Europa koolstofvrij te maken is nog nooit zo groot geweest. Maar, zoals de deelnemers benadrukten, staan twee cruciale sectoren - groene chemie en hernieuwbare brandstoffen - nog steeds voor grote uitdagingen terwijl ze proberen op te schalen. Groene chemie is veelbelovend voor het verminderen van de impact op het milieu en het bevorderen van een circulaire economie, maar de businesscase blijft moeilijk vanwege de concurrentie met fossiel en zonder mandaten. Start-ups en innovators in de chemische arena beschikken vaak niet over de financiering, de toegang en de beleidskaders die nodig zijn om nieuwe technologieën van het lab naar de markt te brengen. Veel van de meest veelbelovende ontwikkelingen, met name die met betrekking tot biogebaseerde grondstoffen en circulaire materialen, lopen vast in de demo- of pilotfase, gevangen in een "vallei des doods" waar privaat kapitaal terughoudend is om in te stappen, en publieke instrumenten vaak ontoereikend of te traag zijn. Ondanks het toenemende publieke bewustzijn en de politieke ambitie blijft een echte aantrekkingskracht aan de vraagzijde van de markt uit, en beleggers aarzelen zonder door het beleid ondersteunde garantie dat hun innovaties op de lange termijn commercieel levensvatbaar zullen zijn.
Tegelijkertijd worden hernieuwbare brandstoffen gepositioneerd als een essentiële tijdelijke oplossing voor klimaatactie, met name in sectoren als de scheepvaart en de luchtvaart waar elektrificatie nog niet haalbaar is. Bedrijven als Argent Energy produceren biodiesel uit afgewerkte oliën en vetten, waardoor de koolstofintensiteit van transportbrandstoffen aanzienlijk wordt verlaagd. Maar zelfs als deze producten de CO₂-uitstoot verminderen, blijft hun toekomst op lange termijn onzeker. De EU-prognoses gaan uit van een bijna volledige uitfasering van vervoer op basis van verbranding tegen 2050, waardoor investeerders zich zorgen maken over de financiering van infrastructuur die over enkele decennia als achterhaald kan worden beschouwd. Het contrasterende geval van noodzaak op korte termijn en uitfasering op lange termijn ondermijnt het vertrouwen in de markt voor hernieuwbare brandstoffen. Hoewel de transportsectoren te maken hebben met verschillende beleidsmandaten, wordt de kostenkloof tussen fossiele en duurzame brandstoffen nog steeds niet aangepakt in de regelgevingskaders. Bovendien geldt dezelfde uitdaging waar groene chemie voor staat - hoe betaalbare, duurzame grondstoffen op grote schaal veilig te stellen - evenzeer van toepassing op hernieuwbare brandstoffen.
Tijdens het evenement werd het steeds duidelijker dat deze twee sectoren niet alleen op één lijn zitten in hun doelen, maar ook van elkaar afhankelijk zijn in hun toekomst. Beide zijn afhankelijk van duurzame koolstofbronnen zoals biomassa, afgevangen CO₂ en biogeen afval. Beide hebben te maken met grote kostenbarrières en infrastructurele beperkingen. En beide missen voldoende marktgebaseerde mechanismen om de investeringen vrij te maken die nodig zijn om op te schalen. In plaats van in silo's te werken, stelden de deelnemers een meer geïntegreerde aanpak voor: gebruik makend van de schaal, beleidsmechanismen en infrastructuur die zijn ontwikkeld voor hernieuwbare brandstoffen om ook de bredere acceptatie van groene chemie te ondersteunen. Dit omvat het samenbrengen van bedrijven die soortgelijke grondstoffen gebruiken of verwerken, het afstemmen van regelgevingsinspanningen om de vraag naar koolstofarme producten te stimuleren en het waarborgen van toegang tot kritieke inputs zoals groene waterstof en hernieuwbare elektriciteit. De haven van Amsterdam, waar Argent Energy is gevestigd, werd genoemd als een voorbeeld van hoe ruimtelijke ordening en clustering dergelijke synergieën in de praktijk kunnen bevorderen.
Inzichten van de organisatoren en gastheren
Het evenement begon met een welkomstwoord door Katarzyna Golab van Argent Energy, die de reis van het bedrijf deelde bij het bouwen van Europa's toonaangevende productielocatie voor biodiesel en glycerine op basis van afval. Argent heeft faciliteiten in zowel het Verenigd Koninkrijk als Amsterdam, met een derde raffinaderij in aanbouw. Hun bedrijfsmodel is diep geworteld in circulariteit: het valoriseren van bijproducten en het investeren in glycerineraffinage als een hoogwaardige output. Als onderdeel van de Swire-groep profiteert Argent van een breder milieuprogramma en strategische steun op lange termijn.
Marco Tibaldi van Amsterdam Chemistry Network (ACN) introduceerde de rol van de organisatie bij het katalyseren van verbindingen tussen chemiegerichte bedrijven, onderzoeksinstellingen en startups in de regio. ACN ondersteunt innovatie op het gebied van circulaire chemie, AI en robotica voor materiaalwetenschappen en biowetenschappen. Met leden als het Havenbedrijf Amsterdam, UvA, VU en Matrix Innovation Center helpt ACN een brug te slaan tussen talent, technologie en infrastructuur door middel van professionele matchmaking, evenementen en innovatieprogrammering.
Loes Knotter, algemeen directeur van het Platform Hernieuwbare Brandstoffen, plaatste het evenement in het kader van het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE). Ze legde uit hoe de huidige nationale energiesystemen worden gedomineerd door fossiele koolstof, maar verschuiven naar toenemende elektrificatie, waarbij het gebruik van fossiele brandstoffen tot 2050 voortdurend moet afnemen. De maritieme, luchtvaart- en industriële sectoren zijn echter nog steeds sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen. Hernieuwbare brandstoffen kunnen deze kloof op korte termijn helpen dichten, vooral als ze strategisch worden ontwikkeld in samenwerking met de chemische sector. Ze benadrukte de noodzaak van langetermijnvisie en ruimtelijke ordening, waarbij ze regio's als de haven van Amsterdam, de Eemshaven en Tata Steel aanwees als belangrijke locaties voor nieuwe industriële clusters, met name gezien de toegang tot biogene koolstof-, elektriciteits-, waterstof- en CO₂-pijpleidingen.
Arnold Stokking, voorzitter van Groene Chemie Nieuwe Ecomomie (GCNE), benadrukte het werk van het netwerk bij het ondersteunen van "game changers", innovatieve bedrijven die nieuwe chemie aandrijven met biobased grondstoffen en circulaire modellen. De focus van GCNE omvat grootschalige syngaschemie, petrochemische aanpassing en geheel nieuwe groene chemieroutes. Arnold benadrukte de noodzaak van het creëren van vraag, hervorming van de regelgeving (met name het verouderde "einde van afval"-kader) en beleidsstimulansen zoals productcertificering en overheidsopdrachten. GCNE zal ook een blauwdruk ontwikkelen voor een nieuw schaalfonds op maat van de groene chemietransitie, vooruitlopend op de komende Nederlandse verkiezingen. Bedrijven werden aangemoedigd om geen toeschouwer te blijven, maar zich actief in te zetten en mee vorm te geven aan dit nieuwe systeem.
Presentaties van experts
Key note presentaties van Dr. Arij van Berkel (Lux Research), Dr. Colette Alma (Voorzitter van de Brandstoffentafel) en Joey van Elswijk (Port of Amsterdam) (van links naar rechts)
Dr. Arij van Berkel van Lux Research gaf een keynote over de historische opkomst van de chemische industrie als antwoord op nieuwe maatschappelijke behoeften en de opkomst van goedkope grondstoffen. Van de komst van synthetische zeep en kunststoffen tot kleurstoffen en glas, toonde hij aan dat chemische overgangen vaak niet in langzame evoluties plaatsvinden, maar in sprongen, wanneer een nieuwe behoefte samenkomt met een nieuw materiaal of proces. Hij daagde de aanwezigen uit om na te denken over wat de equivalente convergentie van vandaag zou kunnen zijn. Europa, zo betoogde hij, heeft een voorsprong vanwege de sterke belangstelling van de consument voor biodiversiteit, welzijn en duurzaamheid. Maar het realiseren van deze kans vereist gedurfde investeringen en creativiteit, niet alleen in decarbonisatie, maar ook in nieuwe waardecreatie. Volgens Arij is tijd niet de beperkende factor, visie wel.
Dr. Colette Alma, voorzitter van de Brandstoffentafel, richtte zich op het concept van duurzame koolstof. Elektrificatie kan betrekking hebben op het energieverbruik, maar niet op het koolstofgehalte van materialen, wat betekent dat chemie en brandstoffen beide afhankelijk zijn van toegang tot koolstof die niet bijdraagt aan atmosferische CO₂. Denk hierbij aan biomassa, afgevangen CO₂ en circulaire koolstof. Momenteel wordt veel koolstofrijk afval nog steeds verbrand in plaats van gevaloriseerd. Colette benadrukte dat de productie van hernieuwbare brandstoffen en materialen altijd duurder zal zijn dan fossiele alternatieven, en dat alleen een consistent langetermijnbeleid, inclusief mandaten en stimulansen, deze vergelijking kan veranderen. Ze waarschuwde dat de chemische sector geen samenhangend EU-kader voor koolstofbeleid heeft en riep op tot samenwerking, geen concurrentie, tussen de brandstoffen en de chemische industrie.
Joey van Elswijk, vertegenwoordiger van het Havenbedrijf Amsterdam, besprak hoe de haven zich ontwikkelt van een door fossiele brandstoffen gedomineerde hub (van oudsher afhankelijk van kolen, olie en aanverwante handel) naar een platform voor biobased, circulaire industrie. De haven is al de thuisbasis van Argent Energy, ChainCraft en andere hernieuwbare spelers en is haar grondgebied strategisch aan het zoneren om duurzame activiteiten te clusteren. Tegen 2030 zullen er geen nieuwe fossiele leasecontracten meer worden uitgegeven en zal steenkool volledig zijn uitgefaseerd. De haven plant ook infrastructuur om waterstof- en koolstofvalorisatie te ondersteunen, waaronder initiatieven als BioPark en partnerschappen met Renewi en AEB. Hun doel is om niet alleen ruimte te bieden, maar ook coördinatie op systeemniveau en flexibiliteit van grondstoffen die de opkomst van een modern, groen industrieel ecosysteem mogelijk maken.
Reflecties en voorwaarts momentum
In de loop van de dag kwamen er nog een aantal aanvullende inzichten naar voren. Marc den Hartog van ChainCraft deelde de resultaten van de "Plastic Table"-onderhandelingen, waar de industrie en het maatschappelijk middenveld consensus bereikten over beleidsaanbevelingen ter ondersteuning van circulaire kunststoffen. Deze omvatten een nieuwe circulaire heffing, vrijwillige maar bindende toezeggingen van grote merkeigenaren zoals Unilever, en voorstellen om de risico's van de prijskloof tussen gerecyclede en fossiele materialen te verkleinen.
Angelique Erkenbosch van GCNE benadrukte het groeiende besef dat het onwaarschijnlijk is dat privaat kapitaal opschalingsfasen zal financieren zonder sterk publiek leiderschap. Dit versterkte de argumenten voor een sectorspecifiek financieringsmechanisme ter ondersteuning van demo-installaties en vroege commerciële implementaties. Sprekers benadrukten ook de waarde van sectoroverschrijdende samenwerking, niet alleen tussen brandstof- en chemieproducenten, maar ook met beleidsmakers, investeerders en havenautoriteiten.
Afsluitende opmerkingen
Dit evenement toonde aan dat hoewel de sectoren hernieuwbare brandstoffen en groene chemie te maken hebben met echte structurele barrières, ze ook veel van dezelfde tools, doelen en beperkingen delen. In plaats van te wachten tot er volledig volwassen regelgevende of financiële ecosystemen ontstaan, pleitten de deelnemers vandaag voor gedurfde samenwerking die kan beginnen met het afstemmen van infrastructuur, het delen van grondstoffen, het hervormen van vergunningen en het genereren van collectieve vraag.
De haven van Amsterdam onderscheidt zich als een veelbelovende casestudy: niet alleen als locatie, maar ook als visie op hoe industriële en milieudoelen op elkaar kunnen worden afgestemd door strategische coördinatie. Als deze gezamenlijke aanpak met groeiende steun wordt nagestreefd, kan dit de overgang van Nederland naar een toekomst waarin koolstof niet wordt geëlimineerd, maar opnieuw wordt uitgevonden als een duurzame, circulaire troef.
Tekst hoofdartikel: Sandra Galvan (ACN) en Emma Beroske (PHB)